Skip to main content

Franc Weerwind is als voorzitter van de veiligheidsregio Flevoland een van de 25 ‘superburgemeesters’ die tijdens de crisis een verregaand bestuurlijk mandaat hebben gekregen. Een gesprek over de enorme inzet van tal van medewerkers en het belang van afstemming.

“Ja, er is sprake van druk, maar die druk is voor Pieter en mij, de twee voorzitters van de veiligheidsregio’s in onze verzorgingsgebieden, goed te dragen omdat we beschikken over tal van deskundigen om ons heen. Spil in de organisatie is het Regionaal Operationeel Team. Ik merk dat we, nu we een paar weken in de crisis zitten, elkaar steeds sneller en beter vinden. Wat helpt, is dat iedereen hetzelfde doel voor ogen heeft: volksgezondheid en veiligheid, en in deze eerste fase van de crisis vooral de gezondheid van alle inwoners in Flevoland en Gooi en Vechtstreek. Permanente afstemming en met de juiste kennis getooide specialisten in onze ambtelijke diensten zorgen ervoor dat de druk voor ons gezelschap van vijfentwintig burgemeesters in ons land die voorzitter zijn van een veiligheidsregio hanteerbaar blijft.”

Burgemeester van Almere Frank Weerwind

Burgemeester van Almere Franc Weerwind, foto van Feenstra Fotografie

Hoe houden we de markten open?

“Ik zie dagelijks mensen om mij heen die de benen uit het lijf lopen. Mensen, afdelingen, organisaties weten elkaar vrijwel intuïtief te vinden, ook over de provinciegrenzen heen. De focus op het zoeken naar en vinden van samenwerking is gigantisch. Mensen werken samen op alle fronten. Zo bestaat er een directe link tussen operationeel leider Joop Huizing van het ROT en Nienke Piël, adviseur crisisbeheersing, met wie ik ook dagelijks in contact sta. Ik weet dat in Gooi en Vechtstreek zo’n directe band bestaat tussen Broertjes en zijn topadviseurs. Ik geef twee voorbeelden waarover we onderling afstemmen: de uitwerking van het mandaat dat de voorzitter van de veiligheidsregio in deze GRIP 4-situatie heeft gekregen om noodverordeningen uit te vaardigen en de besluiten rond het openstellen van markten van Zeewolde tot Wijdemeren. In het eerste geval stemmen we af hoe we de colleges van B&W en de gemeenteraden in Flevoland en Gooi en Vechtstreek meenemen in de besluitvorming. Dat loopt via twee coördinerende gemeentesecretarissen en via raadsinformatiebrieven voor de gemeenteraden, maar uiteraard ook via veelvuldig direct contact – via appgroepen, groepsbeeldbellen, mail of telefoon. De Wet op de veiligheidsregio’s legt de beslissingsbevoegdheid bij Pieter en mij neer, maar we willen een zo groot mogelijk draagvlak voor de besluiten die we nemen. Als het gaat om markten spelen de vraagstukken van lokaal en regionaal maatwerk binnen de algemene RIVM-richtlijnen – die ruimte moet in de noodverordening worden geregeld – en van het regelen van afdoende toezicht. We willen dat markten zo veel mogelijk open kunnen blijven; wat moeten we regelen zodat dat veilig kan?”

Burgers: neem verantwoordelijkheid

“Hierbij past een appèl op de medewerking van onze inwoners. Wat brengt ons op dit punt ook al weer samen? Het verslaan van het verwoestende virus dat corona heet. Dat vergt optimale inspanning; niet alleen van de overheid, maar ook van ons bedrijfsleven, de maatschappelijke organisaties en alle inwoners. Die moeten hun eigen verantwoordelijkheid nemen, afstand houden, niet massaal erop uit trekken met mooi voorjaarsweer.”

“Ik snap dat het voor jongeren, met name voor jongvolwassenen, misschien wel extra lastig is allemaal. Ze willen, móeten naar buiten. Maar ook tegen hen zeg ik: laten we ons goed beseffen dat we nog niet weten in hoeverre ze ondanks het uitblijven van symptomen ook anderen kunnen besmetten. En tegelijkertijd hoor ik van onze GGD’en dat het aantal jonge patiënten in onze ziekenhuizen toeneemt. Ook de jeugd komt soms terecht op de intensive care. Daar past geen achteloos gedrag bij.”

Hartverscheurend bericht

“Ik heb zoveel respect voor de mannen en vrouwen van wat we de ‘witte kolom’ noemen: de medische instellingen, de GGD en de GHOR. De GHOR’s van Flevoland en Gooi en Vechtstreek hebben samen een actiecentrum opgericht om beter informatie te kunnen uitwisselen over besmettingshaarden in onze verzorgingsgebieden, over informatieverstrekking aan bestuurders, over acties die genomen moeten worden. Dat sterkt de continuïteit van de operatie.”

“Ik ontving net een bericht van een ic-verpleegkundige in opleiding die op een van onze medische instellingen werkt aan de frontlinie: ze schreef me wat ze ervaart. Elke dag gaat het om beslissingen over leven en dood. Ze ziet patiënten die nog niet zover zijn en die toch afscheid moeten nemen van het leven – zonder dat ze hun naasten nog kunnen zien of spreken. De permanente stress, het risico dat medische personeel loopt – en toch dóórgaan. Het was een hartverscheurend bericht, dat mij extra energie geeft om door te pakken, om bestuurlijk mede-leiding te geven aan de immense operatie die we met zijn allen klaren.”

Ook kijken naar straks

“We kijken als bestuurders met één oog naar de toekomst. Dat doen we in buitengewoon goed overleg, ons bestuurlijk kernoverleg met de twee directeuren publieke gezondheid, de brandweercommandant, de voorzitters van de veiligheidsregio’s en de leider van het ROT. Waar staan we nu en straks, wat is de verwachte instroom, hoe staat het met het opschalen van zorghotels, met de capaciteit in onze ziekenhuizen? We weten dat er mogelijk nog een flinke piek aankomt, en we schakelen op allerlei borden om de opvang van nieuwe patiënten te reguleren. Daarbij is het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam het landelijke coördinatiepunt – daar wordt besloten waar patiënten terecht kunnen bij capaciteitskrapte. Ik spreek dan vervolgens nog met de voorzitter van de raad van bestuur van het Flevoziekenhuis: hoe gaat het? Uiteraard geldt voor de opvang van patiënten dat we over elkaars grenzen kijken. Gelukkig staat de samenwerking tussen Flevoland en Gooi en Vechtstreek al stevig – we weten elkaar snel te vinden, op steeds meer niveaus. Nee, als ik kijk naar hoe de leiders in Noord-Amerika of Brazilië met de crisis omgaan, dan doen we het hier echt zo gek niet. Ik ben echt flabbergasted over de manier waarop Trump en Bolsonaro de ernst hebben weggewuifd tot het te laat was.”

Ook zorg voor Almere

“Ik ben nog steeds burgemeester van Almere. Het gaat erom de juiste balans te vinden tussen de crisis en mijn rol daarin als voorzitter van Veiligheidsregio Flevoland en wat zich gewoon nog elke dag afspeelt in de gemeente. Mijn eerste loco, maar ook mijn andere collegeleden, zijn een steun. We werken intensief samen. In Almere en de twaalf andere gemeenten in onze verzorgingsgebieden Flevoland en Gooi en Vechtstreek gaat het nu natuurlijk ook over de crisis na de crisis. De enorme druk op de sociale zekerheid, de gezondheidszorg. Het handhaven van de openbare orde. Preventieve maatregelen voor het geval het virus terugkeert na de zomer. Daarbij is communicatie essentieel: naar onze inwoners, naar de raad, naar de betrokken organisaties. De crisis gaat op vele manieren voor langere tijd impact hebben op onze levens. Als overheid moeten we telkens het juiste verhaal vertellen over de ernst van de situatie, de aanpak die we kiezen, de gevolgen voor de mensen. De wethouders sociaal domein en onderwijs staan daarvoor ook aan de lat. Van veel mensen wordt in deze tijden veel gevraagd. Alleen als we allemaal ons beste beentje voorzetten, redden we dit.”

Terug